Bij het kiezen van de titel van deze column heb ik mij o.a. laten inspireren door het boekje – Liefde met als ondertitel een onmogelijk verlangen? – van de Belgische psychiater Dirk De Wachter.
Dirk De Wachter heeft ook het boek Borderline Times geschreven. In dat boek beschrijft hij de tijd waarin wij nu leven aan de hand van de negen criteria van de Borderline Persoonlijkheidsstoornis. Als het gaat over het relationele criterium van die diagnose staan zowel in de nieuwe DSM V als de DSM IV waar De Wachter van uitgaat de volgende woorden: Een patroon van instabiele en intense interpersoonlijke relaties gekenmerkt door afwisselingen tussen extreem idealiseren en devalueren. Een Borderline persoonlijkheidsstoornis wordt vaker bij vrouwen vastgesteld dan bij mannen. Dat komt hoogst waarschijnlijk omdat bij mannen wat vaker de anti-sociale persoonlijkheidsstoornis wordt gediagnosticeerd. Voor dit criterium bestaat er dus wat mij betreft geen verschil tussen mannen en vrouwen. Maar dit terzijde. Een “normale” Borderline Persoonlijkheidsstoornis kenmerkt zich door stemmingswisselingen binnen korte tijden als bijvoorbeeld enkele dagen en/of maanden. Als we die termijn echter oprekken naar enkele jaren en we kijken vervolgens naar de patronen van hoe liefdesrelaties zich de afgelopen decennia hebben ontwikkeld (ik kan dan mijn eigen relatiepatronen van de afgelopen 35 jaar als voorbeeld nemen) dan zie ik een deels pijnlijke en onthutsende overeenkomst. Echter vrijwel niemand begint aan een liefdesrelatie met de gedachte om die weer te moeten beëindigen.
Relaties bestendiger maken
De vraag blijft dan wat er nodig is om relaties bestendiger te maken.
Wellicht is een deel van de oplossing te vinden in de wereld van de gearrangeerde huwelijken. Dat wil overigens niet zeggen dat ik persoonlijk voorstander ben van gearrangeerde huwelijk, integendeel. Maar wat kunnen wij daarvan leren? Om te beginnen ligt het percentage aantal “geslaagde” huwelijken daar, voor zo ver ik dat hebben kunnen nagaan, op dit moment hoger dan in onze wereld van huwelijken uit liefde. Zeker als we daar ook nog de andere “vrije” relatievormen bij zouden optellen. Natuurlijk spelen daar vele factoren een rol in. Ik wil er echter één uitlichten: mensen die in een gearrangeerd huwelijk belanden, weten vanaf de eerste dag dat ze enorm hun best moeten gaan doen om er samen het beste van te maken. Ze hebben geen keus, want scheiden is geen optie. Uiteindelijk blijkt dat in veruit de meeste situaties dus te werken.
Het romantische misverstand
Het huwelijk uit liefde, het romantisch ideaal, dat zich verliest in romantiek blijkt helaas maar een zeer kort leven beschoren. Jan Drost, schrijver en filosoof, heeft daar een prachtig boek – Het Romantisch misverstand – over geschreven. Daar waar de Hollywood films en de doktersromans eindigen, juist daar kan duurzame liefde volgens mij pas beginnen, maar daar dienen we vervolgens wel heel erg ons best voor te doen.
Zoals De Wachter ook zelf citeert in zijn boekje over de liefde:
Beiden zijn ervan overtuigd dat een plotselinge hartstocht hen heeft verenigd. Mooi, zo’n zekerheid, maar onzekerheid is mooier.
Wizlawa Szymborska
Hij gaat dan verder met de woorden uit The Unnamable (1954) van Damuel Becker:
“I can’t go on, I’ll go on”
Ik denk dat daar een mogelijkheid ligt dat er duurzame liefde kan ontstaan. Overigens zonder dat ik van welke relationele banden ketenen zou willen maken. Integendeel. Alleen als ik vanuit mijn eigen autonoom zijn, dwars door tegenstand, twijfel, angst onzekerheid, wanhoop etc. toch doorga dan kan er ook iets heel essentieels bij de ander ontstaan. Namelijk het begin van een gevoel van geborgen veiligheid. De andere kant van de medaille van autonomie. Natuurlijk voelt de ander ook mijn twijfel, angst, onzekerheid, wanhoop etc, laten we onszelf daarover niet voor de gek houden. Of de ander dat wil erkennen, is natuurlijk weer iets heel anders. Als de ander echt ervaart dat ik doorga , kan er een veilige tussen ruimte gaan ontstaan waar we weer samen kunnen gaan dansen en ook onze eigen autonome weg gaan. Maar wel in het vertrouwen dat de kans een stuk groter is geworden dat de ander, met zijn of haar Anders zijn, beschikbaar zal blijven om weer te dansen.
“I can’t go on, I’ll go on” Gelukkig hoeft een mens dat niet altijd alleen te doen. Wellicht dat bovenstaande woorden al wat steun bieden aan mensen die door deze eenzaamheid aan het ploeteren zijn. Voor wie daar niet genoeg aan hebben, staat er voldoende informatie op mijn website om wat extra hulp te kunnen zoeken.